nectar
Uiterlijk
- nec·tar
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘godendrank’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1579 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nectar | |
verkleinwoord |
de nectar m
- Een suikerrijke vloeistof die door veel planten wordt geproduceerd
- In de Griekse mythologie is nectar de drank van de goden en ambrozijn de spijs van de goden.
- Het woord nectar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nectar" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "nectar" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be