nazoreeër
Niet te verwarren met: Nazoreeër |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·zo·ree·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nazoreeër | nazoreeërs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) lid van eerste christengemeenten
Schrijfwijzen
Gangbaarheid
- Het woord 'nazoreeër' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.