nanking
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nan·king
Woordherkomst en -opbouw
- naar de chinese stad Nanking [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nanking | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (textielindustrie) dichte roodgele Chinese katoenen stof
Gangbaarheid
- Het woord nanking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "nanking" herkend door:
9 % | van de Nederlanders; |
8 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ nanking op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be