nagelsticker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·gel·stic·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van nagel zn en sticker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nagelsticker | nagelstickers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de nagelsticker m
- decoratief plakplaatje dat men ter versiering op de nagels kan aanbrengen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord nagelsticker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.