multa

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • mul·ta
enkelvoud meervoud
multa multas

Zelfstandig naamwoord

multa v

  1. bekeuring

Werkwoord

vervoeging van
multar

multa

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van multar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van multar


Verwijzingen