moos
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- moos
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘Bargoens: geld’ voor het eerst aangetroffen in 1844 [1]
- Herkomst: Jiddisj [2]
Zelfstandig naamwoord
het moos o
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'moos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.