monsterden af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mon·ster·den af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afmonsteren

monsterden af

  1. meervoud verleden tijd van afmonsteren
    • Wij monsterden af. 
    • Jullie monsterden af. 
    • Zij monsterden af. 


Gangbaarheid