monitort
Uiterlijk
- mo·ni·tort
vervoeging van |
---|
monitoren |
monitort
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van monitoren
- Jij monitort.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van monitoren
- Hij monitort.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van monitoren
- Monitort!
- Het woord monitort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.