mocht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mocht (hulp, bestand)
- IPA: / mɔxt / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /mɔχt/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /mɔxt/
Woordafbreking
- mocht
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mogen |
mocht
- enkelvoud verleden tijd van mogen
- Ik mocht.
- Jij mocht.
- Hij, zij, het mocht.
- Ik mocht.
- ▸ Ook al zag hij eruit als een wilde heavy metalfan, hij had een vriendelijke toon in zijn stem waardoor ik hem meteen mocht.[1]
Gangbaarheid
- Het woord mocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "mocht" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %