misbruikte
Uiterlijk
- Geluid: misbruikte (hulp, bestand)
- mis·bruik·te
vervoeging van |
---|
misbruiken |
misbruikte
- enkelvoud verleden tijd van misbruiken
- Ik misbruikte.
- Jij misbruikte.
- Hij, zij, het misbruikte.
- Ik misbruikte.
- verbogen vorm van misbruikt, voltooid deelwoord van misbruiken