militaire

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  militaire    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mi·li·tai·re

Bijvoeglijk naamwoord

militaire

1. verbogen vorm van de stellende trap van militair

   ▸ Deze 23-jarige Israëli had net zijn driejarige militaire dienstplicht afgerond.

   ▸ Hij was gekleed in een soort militaire overjas en droeg zijn geweer in een soepel foedraal over zijn ene schouder.

   ▸ Hun rondleiding begon vlakbij in de Oude Stad, waar Renata hen met vaste hand van bezienswaardigheid naar bezienswaardigheid leidde terwijl ze hen overlaadde met jaartallen en namen over het astronomische uurwerk op het raadhuis uit 1389, over de kruittoren uit de elfde eeuw die in 1475 eerder om esthetische dan om militaire redenen werd omgebouwd en over hoe de Dertigjarige Oorlog begon in de burchtwijk Hradtany met een rel waarbij in 1618 de afgevaardigden, van welke kant ze ook waren, uit een raam werden gegooid.

Gangbaarheid

• Het woord militaire staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Frans

Uitspraak

• Geluid:  militaire    (hulp, bestand)
• IPA: /mi.li.tɛʁ/

enkelvoud		meervoud
zonder lidwoord	met lidwoord	zonder lidwoord	met lidwoord
militaire	le militaire	militaires	les militaires

Zelfstandig naamwoord

militaire m

1. (beroep) (militair)  militair zn  [1]; een soldaat

	enkelvoud	meervoud
mannelijk  /   vrouwelijk	militaire	militaires

Bijvoeglijk naamwoord

militaire

1. (militair)  militair bn ; wat te maken heeft met het leger