mierenneuk
Uiterlijk
- Geluid: mierenneuk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmirəˌnøk / (3 lettergrepen)
- mie·ren·neuk
vervoeging van |
---|
mierenneuken |
mierenneuk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mierenneuken
- Ik mierenneuk.
- gebiedende wijs van mierenneuken
- Mierenneuk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mierenneuken
- Mierenneuk je?
- En dat zegt dan dat ik mierenneuk om lelijke betonnen ribbelranden die misstaan bij de rest van de gevel van De Rotterdam... [1]
- Het woord 'mierenneuk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ jb_nlreactie 3683 (30 juli 2012) onder Rotterdam: Markthal op website: skyscrapercity.com; geraadpleegd 2017-06-14