mierenneuk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mie·ren·neuk

Werkwoord

vervoeging van
mierenneuken

mierenneuk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mierenneuken
    • Ik mierenneuk. 
  2. gebiedende wijs van mierenneuken
    • Mierenneuk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mierenneuken
    • Mierenneuk je? 
    • En dat zegt dan dat ik mierenneuk om lelijke betonnen ribbelranden die misstaan bij de rest van de gevel van De Rotterdam...  [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen