mensendieck
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mensendieck (hulp, bestand)
Woordafbreking
- men·sen·dieck
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mensendieck | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het mensendieck o
- (medisch) een behandelmethode vernoemd naar Bess Mensendieck, die in het begin van de 20e eeuw een systeem van oefeningen ontwikkelde gericht op het behandelen van klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat en spiergebruik gericht op vitaliteit
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mensendiecken |
mensendieck
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mensendiecken
- Ik mensendieck.
- gebiedende wijs van mensendiecken
- Mensendieck!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mensendiecken
- Mensendieck je?
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord mensendieck staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.