mensendieck

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • men·sen·dieck
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mensendieck -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het mensendiecko

  1. (medisch) een behandelmethode vernoemd naar Bess Mensendieck, die in het begin van de 20e eeuw een systeem van oefeningen ontwikkelde gericht op het behandelen van klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat en spiergebruik gericht op vitaliteit
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
mensendiecken

mensendieck

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mensendiecken
    • Ik mensendieck. 
  2. gebiedende wijs van mensendiecken
    • Mensendieck! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mensendiecken
    • Mensendieck je? 

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen