matigde aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·tig·de aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanmatigen

matigde aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanmatigen
    • Ik matigde aan. 
    • Jij matigde aan. 
    • Hij, zij, het matigde aan. 


Gangbaarheid