martel dood

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mar·tel dood
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doodmartelen

martel (...) dood

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodmartelen
    • Ik martel dood. 
  2. gebiedende wijs van doodmartelen
    • Martel dood! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodmartelen
    • Martel je dood? 

Gangbaarheid