macrospore
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: macrospore (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ma·cro·spo·re
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | macrospore | macrosporen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde) de grootste van de twee sporenvormen die wordt voortgebracht
Gangbaarheid
- Het woord 'macrospore' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.