maakten nat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maak·ten nat
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
natmaken

maakten (...) nat

  1. meervoud verleden tijd van natmaken
    • Wij maakten nat. 
    • Jullie maakten nat. 
    • Zij maakten nat. 

Gangbaarheid