maakte bekend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- maak·te be·kend
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bekendmaken |
maakte bekend
- enkelvoud verleden tijd van bekendmaken
- Ik maakte bekend.
- Jij maakte bekend.
- Hij, zij, het maakte bekend.
- Ik maakte bekend.
Gangbaarheid
- Het woord maakte bekend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.