luisden af
Uiterlijk
- Geluid: luisden af (hulp, bestand)
- luis·den af
vervoeging van |
---|
afluizen |
luisden (...) af
- meervoud verleden tijd van afluizen
- Wij luisden af.
- Jullie luisden af.
- Zij luisden af.
- Wij luisden af.
- Het woord 'luisden af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.