losjes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • los·jes

Bijwoord

losjes

  1. niet stevig, niet helemaal vast maar ook niet volledig los
  2. (figuurlijk) ontspannen, zonder strakke regels

Zelfstandig naamwoord

de losjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord los

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be