loshangend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: loshangend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- los·han·gend
Werkwoord
vervoeging van: | loshangen |
verbogen vorm: | loshangende |
loshangend
stellend | |
---|---|
onverbogen | loshangend |
verbogen | loshangende |
partitief | loshangends |
Bijvoeglijk naamwoord
loshangend
- van haar dat het niet samen- of opgebonden is
- niet meer stevig vastzittend
Synoniemen
- [1] ongebonden
Vertalingen
2. niet meer stevig vastzittend
Gangbaarheid
- Het woord loshangend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tubantia 26-01-18 Nog wekenlang last van naweeën januaristorm in Almelo
- ↑ Tubantia Erik Kouwenhoven 09-04-18 De ‘mislukking van Citroën’ heeft het eeuwige leven