lolmakers

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  lolmakers    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈlɔlmakərs / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• lol·ma·kers

Woordherkomst en -opbouw

• lolmaker met uitgang -s

Zelfstandig naamwoord

de lolmakers mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lolmaker

   ▸ Noordkust op de Nieuwendammerdijk moet ruimte bieden aan ‘de spelende mens’. De vraag is hoeveel lolmakers de buurt aankan.

Gangbaarheid

• Het woord 'lolmakers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.