lijkt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lijkt

Werkwoord

vervoeging van
lijken

lijkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lijken
    • Jij lijkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lijken
    • Hij lijkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van lijken
    • Lijkt! 
     ‘Noem jij dat water? Het lijkt wel slijm!’ gromde hij.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia