licentiehouder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- li·cen·tie·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van licentie en houder [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | licentiehouder | licentiehouders |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de licentiehouder m
- iemand die in het bezit is van een licentie; iemand die een octrooi of patent mag gebruiken
Verwante begrippen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord licentiehouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.