liaan
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- li·aan
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘slingerplant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1770 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | liaan | lianen |
verkleinwoord | liaantje | liaantjes |
Zelfstandig naamwoord
- een plant die in lange slingers in de bomen van een oerwoud hangt
- Tarzan slingerde met lianen van boom tot boom.
- ▸ Dus nu zou het zwemmen worden, daar liep het altijd op uit. Eerst zou Tarzan een beetje aan lianen slingeren tot hij bij een rivier of meer kwam, waar hij in dook en wegzwom van de krokodillen alsof het een makkie was.[2]
Gangbaarheid
- Het woord liaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "liaan" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "liaan" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044632767
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be