lesopbouw

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  lesopbouw    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• les·op·bouw

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  les zn  en  opbouw zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	lesopbouw
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de lesopbouw m

1. structuur en opbouw van een onderwijsprogramma

   • Induce, opgericht door Kris Schurmans (45) in 1984, is een van de oudste dansscholen van de stad. 'Uiteraard was de dansklas van Marleen Desimpelaere de moeder van alle dansscholen in Roeselare', zegt Kris. 'Met Induce heb ik toch nieuwe accenten kunnen leggen waardoor we uniek waren en eigenlijk nog altijd zijn. Voor het eerst boden we aan dansliefhebbers verschillende dansstijlen aan en zorgden we voor een degelijke lesopbouw.'  
   • Ik denk dat er genoeg gepensioneerde ingenieurs (ir) zijn die dit een aantal dagen per week willen doen, maar zorg ervoor dat de omstandigheden aantrekkelijk zijn voor hen. Het feit dat ze geen bevoegdheid hebben moet opzij gezet worden. Breng ze, indien nodig, de basisprincipes bij van een goede lesopbouw maar ga ervan uit dat ze vaardig genoeg zijn door vele jaren werk- en vaak zware managementervaring om een aantal klassen in de bovenbouw te kunnen regisseren.  
   • In de lesopbouw speelt veiligheid een belangrijke rol. „Kinderen moeten eerst durf hebben om het water in te gaan. Daarna is het vooral belangrijk dat ze leren hun hoofd boven water te houden. Techniek verbeteren is pas de laatste stap.”  

Gangbaarheid

• Het woord 'lesopbouw' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lesopbouw" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
94 %	van de Vlamingen.