lazen op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • la·zen op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
oplezen

lazen (...) op

  1. meervoud verleden tijd van oplezen
    • Wij lazen op. 
    • Jullie lazen op. 
    • Zij lazen op.