laryngoscopisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- la·ryn·go·sco·pisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van laryngoscopie met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | laryngoscopisch | laryngoscopischer | |
verbogen | laryngoscopische | laryngoscopischere | |
partitief | laryngoscopisch | laryngoscopischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
laryngoscopisch
- betrekking hebbend op de laryngoscopie
Gangbaarheid
- Het woord laryngoscopisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.