lapzalfjes
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lapzalfjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɑpsɑləfjəs / (3 of 4 lettergrepen)
Woordafbreking
- lap·zalf·jes
Woordherkomst en -opbouw
- lapzalfje met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de lapzalfjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord lapzalf
- Nardenkötter verdiende met het aan-den-man brengen van zijne lapzalfjes en tincturen de kleinigheid van ƒ 7200 in de maand. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'lapzalfjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "Buitenlandsche Berichten." in: Delftsche Courant jrg. 62 nr. 37 (13 februari 1903); p. 2 kol. 2; geraadpleegd 2018-08-04