langlauft
Uiterlijk
- lang·lauft
vervoeging van |
---|
langlaufen |
langlauft
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van langlaufen
- Jij langlauft.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van langlaufen
- Hij langlauft.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van langlaufen
- Langlauft!
- Het woord langlauft staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.