labradoodle

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

labradoodle
Uitspraak
Woordafbreking
  • la·bra·doo·dle
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord labradoodle labradoodles
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de labradoodlem

  1. kruising tussen een labrador-retriever en een poedel
     Teddy en John zijn onafscheidelijk. Waar John is, is Teddy ook. Het gaat een stuk beter met John sinds Teddy er is. John, 51 jaar, is veteraan en heeft PTSS, een posttraumatische stressstoornis. En Teddy, een grote langharige labradoodle, een kruising tussen een labrador en poedel, haalt hem nu uit zijn isolement. Teddy is de eerste hond in Nederland die speciaal getraind is om een veteraan met PTSS bij te staan.[1]
     Labradoodle: Ziekte van Addison (een ziekte van de bijnieren), huidproblemen, darmklachten.[2]


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 18 juni 2023 Weblink bron
    Hanneke de Jonge
    “'Hond voor veteraan met trauma'” (Zaterdag 11 augustus 2012, 15:30), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 18 juni 2023 Weblink bron “'Het roer moet om in de hondenfokkerij'” (Donderdag 27 november 2014, 10:30), NOS