laadpaalklever
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- laad·paal·kle·ver
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van laadpaal zn en klever zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | laadpaalklever | laadpaalklevers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de laadpaalklever m
- iemand die onnodig lang een laadpaal bezet houdt
- ▸ Voor veel elektrische rijders is het een grote irritatie: de laadpaalklever. "Mensen maken van een laadplek een parkeerplek terwijl de auto allang is opgeladen", zegt voorzitter Koos Burgman van de Vereniging Elektrische Rijders (VER). "Heel vervelend als je auto bijna leeg is zonder alternatief in de buurt. En met de groei van het aantal elektrische auto's neemt de druk op laadpalen alleen maar toe."[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord laadpaalklever staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Achille Prick“'Laadpaalklevers moeten een boetetarief gaan betalen'” (Woensdag 28 november 2018, 09:55), NOS