kuitschiet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kuit·schiet

Werkwoord

vervoeging van
kuitschieten

kuitschiet

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kuitschieten
    • ... dat ik kuitschiet. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kuitschieten
    • ... dat jij kuitschiet. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kuitschieten
    • ... dat hij kuitschiet.