kruisten af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kruisten af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kruis·ten af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afkruisen |
kruisten (...) af
- meervoud verleden tijd van afkruisen
- Wij kruisten af.
- Jullie kruisten af.
- Zij kruisten af.
- Wij kruisten af.
Gangbaarheid
- Het woord kruisten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.