krikkrak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- krik·krak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van krik en krak
Tussenwerpsel
krikkrak [1]
- het geluid van iets dat barst of kraakt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
krikkrakken |
krikkrak
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krikkrakken
- Ik krikkrak.
- gebiedende wijs van krikkrakken
- Krikkrak!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krikkrakken
- Krikkrak je?
Gangbaarheid
- Het woord krikkrak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.