Naar inhoud springen

krabde af

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 19 jan 2018 om 20:41
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • krab·de af
vervoeging van
afkrabben

krabde af

  1. enkelvoud verleden tijd van afkrabben
    • Ik krabde af. 
    • Jij krabde af. 
    • Hij, zij, het krabde af.