kopiëring
Uiterlijk
- ko·pi·e·ring
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kopiëring | kopiëringen |
verkleinwoord |
de kopiëring v
- het maken van een reproductie van het origineel
- ▸ „Ik denk dat zich in het openbaar bestuur een sterk auteursrechtenextremisme heeft weten te nestelen, met een grote achterdocht tegen kopiëring.”[1]
- Het woord kopiëring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kopiëring" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron “„Erkenning kopimisme grote stap vooruit”” (06-01-2012), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be