kom weder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kom we·der
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wederkomen |
kom (...) weder
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wederkomen
- Ik kom weder.
- gebiedende wijs van wederkomen
- Kom weder!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wederkomen
- Kom je weder?