kom nabij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kom na·bij
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
nabijkomen

kom nabij

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabijkomen
    • Ik kom nabij. 
  2. gebiedende wijs van nabijkomen
    • Kom nabij! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabijkomen
    • Kom je nabij? 


Gangbaarheid