koekten aaneen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koek·ten aan·een
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aaneenkoeken

koekten (...) aaneen

  1. meervoud verleden tijd van aaneenkoeken
    • Wij koekten aaneen. 
    • Jullie koekten aaneen. 
    • Zij koekten aaneen. 

Gangbaarheid