koeioneert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: koeioneert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- koei·o·neert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
koeioneren |
koeioneert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koeioneren
- Jij koeioneert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koeioneren
- Hij koeioneert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van koeioneren
- Koeioneert!