knijpt fijn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knijpt fijn
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
fijnknijpen

knijpt (...) fijn

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnknijpen
    • Jij knijpt fijn. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnknijpen
    • Hij knijpt fijn. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van fijnknijpen
    • Knijpt fijn!