knibbel af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: knibbel af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- knib·bel af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afknibbelen |
knibbel (...) af
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afknibbelen
- Ik knibbel af.
- gebiedende wijs van afknibbelen
- Knibbel af!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afknibbelen
- Knibbel je af?
Gangbaarheid
- Het woord knibbel af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.