klasloos
Uiterlijk
- klas·loos
stellend | |
---|---|
onverbogen | klasloos |
verbogen | klasloze |
klasloos
- (onderwijs) zonder een vaste groep kinderen om les aan te geven (van onderwijzers)
- In een gisteravond gehouden vergadering der afdeeling Amsterdam van het Nederl. Onderwijzersgenootschap werd de vraag of de schoolhoofden ambulant, d.i. wandelhoofden, klasloos, moeten zijn, behandeld. [1]
- (onderwijs) zonder schoollokaal
- In Nederland zijn experimenten uitgevoerd met klasloze scholen. [2]
- Het woord 'klasloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ "Amsterdamsch Nieuws. Het ambulantisme." in: Het Volk: dagblad voor de arbeiderspartij jrg. 9 nr. 2462 (12 april 1908); p. 3 kol. 2; geraadpleegd 2016-04-19
- ↑ Verweire, E."De klas van de toekomst" in: Eos; p. 105; geraadpleegd 2016-04-19