klarun
Uiterlijk
- kla·run
- uit het Surinaams - Nederlands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klarun | |
verkleinwoord |
klarun
- (voeding) (plantkunde) Amaranthus dubius Surinaamse spinazie
- ▸ In Strafhok, het meesterwerk van Bea Vianen, komt op blz. 202 de volgende passage voor: ‘Er is ook klaroen bij, geloof ik. Of bietawierie. Het kan ook dagoeblat zijn…’ Van Donselaar haalt dit citaat aan in zijn SN-woordenboek op blz. 115 bij het woord ‘dagoeblat’. In ‘Het Groene Boekje’ (HGB), de officiële woordenlijst Nederlandse taal, editie 2015, staan deze woorden gespeld als klarun, bitawiri (letterlijk bitterblad) en dagublad (‘hondenblad).[1]
- Het woord klarun staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Rappa: Bladgroenten dagublad, bitawiri en klarun – Parbode Sneak Peek” (Julian Neijhorst), Parbode