klapten dubbel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- klap·ten dub·bel
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dubbelklappen |
klapten (...) dubbel
- meervoud verleden tijd van dubbelklappen
- Wij klapten dubbel.
- Jullie klapten dubbel.
- Zij klapten dubbel.
- Wij klapten dubbel.
Gangbaarheid
- Het woord klapten dubbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.