klapten dubbel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klap·ten dub·bel
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
dubbelklappen

klapten (...) dubbel

  1. meervoud verleden tijd van dubbelklappen
    • Wij klapten dubbel. 
    • Jullie klapten dubbel. 
    • Zij klapten dubbel. 

Gangbaarheid