kiesgerechtigd
Uiterlijk
- kies·ge·rech·tigd
- samenstelling van kies ww en gerechtigd
stellend | |
---|---|
onverbogen | kiesgerechtigd |
verbogen | kiesgerechtigde |
partitief | kiesgerechtigds |
kiesgerechtigd [1]
- (politiek) het recht hebbend om iemand te kiezen of zelf gekozen te worden
- Het woord kiesgerechtigd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.