kernonderdeel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kern·on·der·deel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kern zn en onderdeel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kernonderdeel | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het kernonderdeel o
- iets dat van essentieel belang is
- ▸ 'De Apple-winkel heeft iets vergelijkbaars en er zijn meer winkels mee bezig. We zijn wel de eersten die het echt een kernonderdeel van de winkel willen maken.'[1]
- ▸ "Bij de aanbesteding van windparken moet ecologie kernonderdeel zijn van de beoordeling", zei Jetten, die vandaag een werkbezoek bracht aan een groot park voor de kust van Zeeland.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'kernonderdeel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Bijenkorf koppelt off- en online winkelen” (03-12-2012), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Jetten: belang natuur weegt zwaar bij aanleg windpark op zee” (16 mei 2022), NOS