kauwden voor

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kauw·den voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorkauwen

kauwden (...) voor

  1. meervoud verleden tijd van voorkauwen
    • Wij kauwden voor. 
    • Jullie kauwden voor. 
    • Zij kauwden voor. 

Gangbaarheid