kauwden fijn
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kauwden fijn (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɑudə(n) ˈfɛin / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- kauw·den fijn
Woordherkomst en -opbouw
- uit kauwden (werkwoord) en fijn (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fijnkauwen |
kauwden (…) fijn
- meervoud verleden tijd van fijnkauwen
- Wij kauwden fijn.
- Jullie kauwden fijn.
- Zij kauwden fijn.
- Wij kauwden fijn.
Gangbaarheid
- Het woord kauwden fijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.